Muziek

Neder-Saksen is een muziekland met een grote traditie en innovatieve kracht tegelijk. Een blik in de muziekgeschiedenis van de deelstaat brengt grote namen aan het licht: Michael Prätorius (1571-1619, kerkmuzikant, componist, geleerde) werkte in Wolfenbüttel; de organist en componist Johann Sebastian Bach kwam in 1700 als 15-jarige jongeman voor drie jaar studie naar Lüneburg; Joseph Joachim (1831-1907, violist en componist) werkte in Hannover en Arp Schnittger (1648-1719) was een van de belangrijkste orgelbouwers uit de geschiedenis.

Op het gebied van rock, pop en jazz heeft Neder-Saksen al vele jaren een duidelijk profiel. Maar ook de bouw van instrumenten en apparatuur hoort bij het muziekleven van Neder-Saksen: klinkende namen als de pianofabrikanten Schimmel en Grotrian-Steinweg in Braunschweig, de reeds lang in Celle gevestigde blokfluitfabriek en uitgever Moeck, Sennheiser, de belangrijke fabrikant van microfoons en koptelefoons, en jonge, internationaal succesvolle muziekstudio's en labels zijn onderdeel van een rijk en veelzijdig muziekleven.

Neder-Saksen biedt bovendien een veelheid aan muziekfestivals met verschillende stijlen en presentatievormen in alle delen van de deelstaat – de afgelopen jaren is hun aantal toegenomen tot meer dan honderd festivals. Daarbij kan Neder-Saksen op sommige gebieden bogen op een lange festivaltraditie: het oudste festival voor barokmuziek zijn zeker de Händel-Festspiele in Göttingen. Het oudste kamermuziekfestival, de Sommerlichen Musiktage, vindt jaarlijks plaats in Hitzacker, en het oudste festival voor muziek uit de 20e eeuw wordt al zo'n vijftig jaar georganiseerd in Braunschweig. Tegelijk zijn in Neder-Saksen ook talrijke muziekfestivals nieuw ontstaan: de Tage für Alte Musik (oudemuziekdagen) in Georgsmarienhütte, het Masala-Festival voor wereldmuziek in Hannover, Klangart in Osnabrück, etc.